Pesten, plagen, ruziemaken, ... Het is niet allemaal hetzelfde. Het is ook niet allemaal even erg. Daarom is het goed als je het verschil ziet, al is dat niet altijd even makkelijk.
Stel deze 4 vragen:
Zeg je 4 keer ja? Dan gaat het om pesten.
Belangrijk om te weten: de groep rond wie pest en wie gepest wordt, speelt een heel grote rol. Zij moedigen het aan, laten het gebeuren of keuren het af. Het gaat dus niet alleen over wie pest en wie gepest wordt.
Bij plagen en ruziemaken gaat het heen en weer. Iedereen heeft ongeveer evenveel macht.
Daarom zijn de gevolgen van plagen en ruzie meestal minder erg dan de gevolgen van pesten.
Maar ook plagerijen of ruzie kunnen kwetsen. Wat is dan het verschil?
Ook als je gekwetst bent door plagen of ruzie helpt het om erover te praten met iemand.
Ja, dat kan zeker.
Iemand kan beginnen pesten uit boosheid. Bijvoorbeeld als wraak, of om zichzelf beter of sterker te voelen.
Iemand kan bijvoorbeeld beginnen pesten omdat die ontdekt dat die populair wordt bij anderen door ‘grappige’ stoten uit te delen naar steeds dezelfde persoon.
Denk je dat plagen of ruzie in pesten veranderd is? Stel jezelf de 4 vragen hierboven om pesten te herkennen.
De gevolgen van pesten zijn veel groter, dus het is goed om het verschil te kunnen zien. Want dan moet er echt een oplossing komen.
Beledigen, uitlachen, schelden, dreigen, afpersen, kwaadspreken of liegen over een persoon of de ouders of vrienden van die persoon, …
Pesten kan overal gebeuren:
Eigenlijk kan het overal waar er een groep is die het pestgedrag beloont: door mee te doen, door mee te lachen, door bang te worden of door niet te reageren.
Online pesten (via sociale media, websites of games) wordt soms ook cyberpesten genoemd.
Maar het is geen andere manier van pesten, enkel een andere plaats.