Ook in een fijne groep durft het wel eens fout lopen. Kinderen maken soms ruzie. Of er wordt er eentje geplaagd. Af en toe neemt het conflict de vorm aan van pesterijen. Het is belangrijk dat kinderen (maar ook hun ouders, de leiding van de jeugdbeweging, hun leerkrachten, …) het onderscheid leren maken tussen plagen, ruzie maken en pesten.
Plagen heeft een onschuldig karakter. Beide partijen staan op gelijke voet. Net omdat men elkaar goed kent, durft men plagen. ‘Plagen is om liefde vragen’, zegt men wel eens. Dat komt omdat plagerijen grotendeels grappig bedoeld zijn. Ze illustreren hoe goed men elkaar kent. Plagerijen horen bij het zoeken naar een positieve relatie. Loopt het toch eens uit de hand dan wordt het plagen snel stopgezet. Iemand die je graag hebt, doe je immers geen pijn. Je wil al plagend zeker geen vriend(in) verliezen.
Ruzie maken of een conflict hebben, kan zich beperken tot 1 keer. Het kan met wie dan ook voorkomen en is niet gericht naar 1 bepaald persoon. Bovendien is er geen ongelijke machtsverhouding. Als er letterlijk of figuurlijk tikken worden uitgedeeld, dan neemt dat de vorm aan van ‘TIK-TAK-TIK-TAK’.
Bij (online) pesten is het helaas zo dat steeds dezelfde persoon de ‘tikken’ moet incasseren (‘TIK-TIK-TIK-TIK’). Aanhoudend krijgt het slachtoffer te maken met een reeks kwetsende, bedreigende handelingen ten aanzien van zijn/haar persoon. Dat zorgt voor een groot gevoel van onmacht: ‘hoe krijg ik dit gestopt??’, vraagt het slachtoffer zich af. Dat gevoel komt er ook omdat het slachtoffer er meestal alleen voor staat: er duikt amper iemand op die hem of haar troost of in bescherming wil nemen.
Soms gebruikt de pester dat niet altijd zo duidelijk onderscheid als excuus: het was maar om te plagen. Het slachtoffer voelt het verschil wel: het gebeurt te vaak en ik heb al laten merken dat ik het niet leuk vind.