Hoe weet ik of mijn kind gepest wordt?

Eén op vijf die gepest wordt, spreekt er met niemand over. 

Ze geloven dat zij het wel verdienen of uitgelokt hebben. Per slot van rekening geloven slachtoffers vaak dat er niets aan het pestgedrag te doen is. Of erger: dat het pestgedrag zal toenemen eens ze er met iemand over hebben gesproken... Daarom is het goed mogelijk dat kinderen niet zomaar komen vertellen dat ze gepest worden of getuige zijn van pestgedrag. 

Bouw aan een veilige thuis voor je kind en aan een goede vertrouwensrelatie.

Zo zal je kind sneller geneigd zijn je in te lichten bij een pestsituatie. Maak tijd voor elkaar en laat je kind weten dat je er bent als het je nodig heeft. Lees ook de wegwijzer voor ouders om pesten te voorkomen.

Jij kent je kind natuurlijk het beste: wees alert voor signalen en gedragswijzigingen. Natuurlijk hoeft niet elk signaal of elke gedragsverandering te zeggen dat je kind gepest wordt: er kunnen ook andere redenen aan de oorsprong liggen. 

Merk je signalen op? Ga tijdig in gesprek.

Heb je graag een houvast voor je gesprek? Laat je begeleiden door de wegwijzer voor ouders om pesten aan te pakken

  • “Wat is er juist gebeurd? Wanneer is het begonnen? Hoe vaak komt het voor?”
  • “Hoe is dat voor jou? Hoe kan je het volhouden? Wat loopt er wel goed?”
  • “Aan wie vertelde je het al? Wat is er al gebeurd?”
  • “Wat is voor jou belangrijk? Wat moet veranderen? Hoe wil je dat het wordt?”
  • “Wat is daarvoor nodig? Wat kan je daarbij helpen? Wie kan jou daarbij helpen? Wat is voor jou een stap(je) vooruit?”
Tips:
  • Vermijd bij (cyber)pesten om te praten over schuld en straf, zodat je kind niet bang is om bij jou aan te kloppen bij (pest)problemen.
  • Leer je kind het verschil tussen klikken (niet om iemand te helpen) en melden (wel om iemand te helpen).
  • Leer je kind het verschil tussen plagen en pesten. Pesten gebeurt regelmatig en heeft de bedoeling om iemand te kwetsen.